Analemmatische zonnewijzers

Brou (bij Bourg-en-Bresse, Ain, Frankrijk)

DE analemmatische zonnewijzer (juli 2000)

Hoewel het om dit laag-bij-de-grondse object ging, voelde het toch als een bedevaart: eindelijk oog in oog met het archetype, de stamvader van alle analemmatische zonnewijzers!
En het moest zo wezen, de zon scheen! Maar, waar je anders geen last van zou hebben: de zonnewijzer lag voorlopig nog in de schaduw. Pas om 11 uur kwam hij in de zon te liggen. Nou, dat uurtje wachten hadden we er wel voor over.

DE zonnewijzer, een uur later


De lange as van de ellips is 11.5 m, een royale maat. De omtrek bestaat uit een ring van stenen platen. Alle 24 uurpunten zijn aangebracht, aangeduid met tweemaal de cijfers I t/m XII. Ze wijzen de plaatselijke tijd. Bijzonderheid: 4 uur is niet als IIII maar als IV genoteerd (zie ook de pagina over het vier uur probleem). Op de strips tussen de uurtegels zijn strepen per halfuur en iets kortere per kwartier gegraveerd.

De datumlijn met lus De datumlijn is in een grote stenen plaat gegraveerd, met daaromheem een tijdsvereffeningslus. Langs de datumlijn zelf zijn de initialen van de maanden aangegeven, maar geen schaalverdeling. Die bevindt zich wel op de lus: de eerste van elke maand is gemarkeerd met een cirkeltje. Er is een verdeling per 10 dagen met dwarsstreepjes en een onderverdeling per 5 dagen met iets kortere streepjes.

De schaduwgever

Een ijzeren staaf op een driepoot, 1.90 m hoog, dient als schaduwgever. Hij is met een ketting aan de plaat verankerd, met genoeg speling om de hele datumlijn te bestrijken.


De kerk is gebouwd tussen 1513 en 1532, dus in nog geen 20 jaar tijd. Een formidabele prestatie! Het verhaal gaat dat de zonnewijzer uit die tijd stamt. Hij zou als een soort prikklok dienen, om te voorkomen dat het werkvolk te vroeg ophield. Dan was het inderdaad geen probleem dat hij het alleen 's middags deed...

De situatie in de jaren 1890 De zonnewijzer had nogal te lijden van het verkeer, waarop de astronoom Lalande hem in 1756 op eigen kosten liet restaureren en liet verplaatsen naar een plek vlak voor het kerkportaal (zie de figuur rechts). Je mag aannemen dat de kerkgangers normaliter een zijingang gebruikten.


Toen de kerk in de volgende eeuw in verval raakte, dreigde de zonnewijzer beschadigd te raken door vallende stukken steen. Bij een volgende restauratie in 1902 werd hij dan ook naar de huidige plek verplaatst. Toen is ook de tijdsvereffeningslus aangebracht.

Dit object is de stamvader van alle analemmatische zonnewijzers; toch verschilt hij op drie punten opvallend van de meeste navolgers: de uurpunten voor het hele etmaal, de verplaatsbare schaduwgever en de tijdsvereffeningslus. Ik zal op deze punten kort ingaan.

  1. Begin september, 6 uur 's avonds Op deze breedte zouden uurpunten van 4 tot 20 voldoende zijn. Mogelijk waren er esthetische redenen om ook de resterende uren aan te geven. En inderdaad, ik vind het wel iets hebben, zo'n gesloten kring... De foto hiernaast is uit het boekje van Terpstra. Noord is linksboven.
    Andere zonnewijzers met 24 uurpunten vond ik 'in de buurt': Gray, Besançon en Dijon.


  2. Het aardige van de analemmatische zonnewijzer vind ik nu juist dat je zelf als schaduwgever kunt optreden. Daarmee wordt het een interactief instrument. Een dunnere schaduwgever maakt de aflezing in principe nauwkeuriger, maar de meeste analemmatische zonnewijzers zijn zo groot dat de schaduw toch niet de rand raakt. Dan houd je je handen boven je hoofd tegen elkaar en heb je ook een dunne schaduwgever, die nog langer is dan de staaf hier. Maar ook dan nog moet je je schaduw extrapoleren.

    Een voordeel dat ik zie is de belangstelling die de staaf kan trekken. Anders zou iedereen er straal aan voorbij lopen. Nu al werpen de meeste voorbijgangers er naar een korte blik op. Er is geen informatiebordje aanwezig dat ouders uitlokt hun kinderen wat culturele bagage bij te brengen. Ook de folders die je bij de ingang van het kloostercomplex kunt kopen, reppen er niet over.

    De enige andere zonnewijzer met een losse schaduwgever waar ik van weet is die in de Longwood Gardens.

  3. Als je de plaatselijke tijd die een zonnewijzer aanwijst wilt omrekenen naar kloktijd, heb je o.a. de waarde van de tijdsvereffening nodig. Die wordt vaak bij de zonnewijzer vermeld in de vorm van een tabel of grafiek. Bij een analemmatische zonnewijzer is het natuurlijk verleidelijk om de correctie aan te brengen door een stukje naast de datumlijn te gaan staan, als de zon voor of achter loopt bij de middelbare zon. Dat is wellicht het idee achter de tijdsvereffeningslus hier.

    Als je dat hier doet is de correctie rond het middaguur te groot, halverwege de ochtend en middag aardig in de buurt, afhankelijk van de tijd van het jaar, en aan het begin van de ochtend en het eind van de middag te klein, afwezig of zelfs tegengesteld.

    De schaduwgever moet dus altijd op de datumlijn staan, en niet op de tijdsvereffeningslus. Maar de meeste bezoekers hier doen het fout, op het verkeerde been gezet door de nauwkeurige datumschaal die langs de lus is aangebracht.


Ligging: 46.2° NB, 5.2° OL



Luchtfoto van kerk en klooster

Opdrachtgever voor de bouw van het klooster en de kerk was Margaretha van Oostenrijk (1480-1530). Ze was de dochter van keizer Maximiliaan van Oostenrijk en Maria van Bourgondië. Margaretha trouwde in 1501 met hertog Philibert II van Savoye, bijgenaamd Philibert de Schone, de zoon van Philips van Savoye en Margaretha van Bourbon. Helaas, al na drie jaar overleed de jonge Philibert aan de gevolgen van een verkoudheid, opgelopen tijdens de jacht.

Om een passend grafmonument voor haar betreurde Philibert te verkrijgen beval Margaretha de bouw van een nieuw klooster met kerk in plaats van het bestaande klooster van Brou. Daarmee kon ze tevens de gelofte inlossen die haar schoonmoeder Margaretha in 1480 bij een ziekte van haar man had gedaan om een klooster met kerk te bouwen, maar daar was nog niet van gekomen toen ze in 1483 overleed. En het moet gezegd worden, de jonge Margaretha zette er vaart achter: in 1506 werd met de nieuwbouw van het klooster begonnen. Door problemen met aannemers startte de bouw van de kerk pas in 1513.

In 1506 stierf echter Margaretha's broer Philips de Schone, landvoogd over de Nederlanden. Vader Maximiliaan benoemde Margaretha tot Philips' opvolger en tevens tot voogdes van haar neefje, de latere keizer Karel V (1500-1558). Zij moest naar Mechelen verhuizen, de toenmalige residentie van de Lage Landen. Van daaruit hield zij toch nauw toezicht op de bouw van de kerk in Brou, waarvoor zij de Vlaamse bouwmeester Lodewijk van Bodeghem (ook vermeld als Loys van Boghum) als architect aanstelde. Zij zou Brou echter nooit meer bezoeken en heeft de kerk dus niet meer gezien. Ze overleed in 1530 en werd in 1532 in Brou bijgezet, samen met Philibert en haar schoonmoeder.

De kerk is een ware reliekschrijn van bewerkte steen, zegt de reisgids terecht. De drie prachtige graftomben, de gebrandschilderde ramen en de koorafsluiting (jubee) zijn de belangrijkste bezienswaardigheden van deze kerk, die dan ook vele toeristen trekt.